De eerste opbouwwerkers worden in 1968 aangesteld bij de Hoofdafdeling Opbouwwerk van de Raad van Maatschappelijk Welzijn, overlegorgaan van de gemeente Rotterdam en de levensbeschouwelijke koepels voor sociaal werk. Ze rapporteren over hun werk voor de ‘sociaal wijlkopbouworganen’ aan de voorzitter van de RMW, wethouder G.Z. de Vos.
De afdeling opbouwwerk verzelfstandigt, in de jaren 70 maakt het Instituut Opbouwwerk Rotterdam zich los van de RMW. Na een strijd over de zeggenschap over het opbouwwerk gaat het IOR in 1980 een onafhankelijke positie innemen van de subsidiegever, de gemeente Rotterdam. Vertegenwoordigers van bewonersorganisaties vormen de meerderheid binnen het bestuur van de nieuwe stichting.
In 1987 fuseert het opbouwwerk met de bewonersondersteuners in de stadsvernieuwing (extern deskundigen en sociaal begeleiders), het IOR gaat op in het Rotterdams instituut bewonersondersteuning RIO.
Nieuwe loten van opbouwwerk-ondersteuning worden medewerkers wijkbeheer (1980), migrantenopbouwwerkers van Turkse en Marokkaanse komaf (1983) en werkgelegenheidscoördinatoren (1989). Wijkteams in stadsvernieuwingswijken bestaan uit 4 à 6 beroepskrachten, afhankelijk van de omvang van de programma’s voor woningverbetering.
Met het einde van stadsvernieuwing en projectgroepen in zicht besluit de gemeenteraad in 1990 in de hele stad deelgemeenten in te stellen. De financiering van het opbouwwerk wordt per 1996 overgeheveld naar de deelgemeenten die de regie krijgen over wijkwelzijn, wijkbeheer en bewonersparticipatie. Het RIO houdt in 1996 op te bestaan. Deelgemeenten richten nieuwe welzijnsinstellingen op waarin ook het opbouwwerk wordt ondergebracht, zoals SONOR, Delphi, DOCK en Charlois’ Welzijn.
De volkshuisvestingondersteuning vindt een plek in het Steunpunt Wonen (later Urbannerdam).
Opzoomer Mee wordt in 1996 een zelfstandige organisatie en stimuleert het Opzoomeren met jaarlijkse campagnes en uitwisseling tussen ‘gangmakers’ uit Opzoomerstraten.
In 2003-2010 is Opzoomer Mee partner in het project van de gemeente Rotterdam Mensen maken de Stad dat ‘straatburgerschap’ organiseert, met afspraken over gezamenlijke omgangsregels in straten.
Vanaf 2010 verdwijnt het opbouwwerk als onafhankelijke sociale voorziening in de wijken. De verschillende sociale disciplines gaan op in ‘sociaal werk’ en worden ondergebracht in sociale wijkteams. Er vinden grote bezuinigingen plaats in de sociale sector en sociaal werk wordt aanbesteed aan nieuwe aanbieders.